Eén van de sprekers was Ozan Arslan, Arbeidsrechtjurist en HRM-adviseur bij Brouwers Accountants & Adviseurs. Ozan deelde zijn juridische kennis en praktijkervaring over dit complexe onderwerp. Wie is deze expert en waarom was zijn bijdrage zo waardevol?
Van advocatuur naar accountancy
Ozan Arslan is al ruim zes jaar verbonden aan Brouwers Accountants & Adviseurs. Na zijn studie Nederlands Recht met specialisaties in Arbeidsrecht en Ondernemingsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, startte hij zijn carrière in de advocatuur. Toch vond hij zijn roeping uiteindelijk in de wereld van accountancy en consultancy. “Tijdens mijn studie heb ik al stage gelopen bij Brouwers en kende ik François van Langevelde goed,” vertelt Ozan. “Die eerdere ervaring, gecombineerd met mijn interesse in ondernemersvraagstukken, maakte de overstap naar Brouwers een logische keuze.”
Dynamiek van de praktijk
Wat maakt zijn werk zo leuk? Ozan hoeft daar niet lang over na te denken: “De dynamiek. Geen dag is hetzelfde. We adviseren ondernemers over uiteenlopende vraagstukken, van reorganisaties en ontslagprocedures tot verzuimbegeleiding en het opstellen van personeelsbeleid.” Die praktijkervaring was precies wat hem de juiste man maakte om tijdens de NBA-sessie het onderwerp schijnzelfstandigheid te belichten.
Schijnzelfstandigheid: een hot topic
De afschaffing van het handhavingsmoratorium rondom schijnzelfstandigheid veroorzaakt veel onrust onder ondernemers. Ozan: “Er is veel misinformatie in omloop. Klanten hebben ons actief om advies gevraagd. Vanuit die praktijkervaring en juridische expertise zijn we gevraagd door de NBA om de kaders uiteen te zetten.”
En dat werd gewaardeerd: deelnemers prezen de sprekers om hun duidelijke, toepasbare uitleg. Enkele reacties uit de evaluatie: “Goede sprekers met kennis van zaken die toepasbaar is in de praktijk” en “Helder en to the point.”
De vraag die blijft hangen
Eén vraag uit het publiek bleef Ozan in het bijzonder bij: “Hoe kunnen we wél zelfstandigen inhuren?” Zijn antwoord was helder: “Het draait om de feitelijke situatie. Als er bij beoordeling sprake blijkt van schijnzelfstandigheid, kun je niet met een creatieve oplossing alsnog zelfstandigheid ‘organiseren’. Ik vergeleek het tijdens het webinar met verkeersregels: door rood rijden blijft verboden, ook als er niet altijd wordt gehandhaafd.” Een ander waardevol inzicht kwam van een gastspreker van de Belastingdienst, die meer duidelijkheid gaf over het nieuwe handhavingsbeleid vanaf 1 januari 2025.
Juridische valkuilen en rode vlaggen
Ozan waarschuwt opdrachtgevers om kritisch te blijven. “De controle op schijnzelfstandigheid richt zich primair op de opdrachtgever. Zij hebben belang bij een zelfstandige kwalificatie, maar die beoordeling moet objectief gebeuren.”
Volgens Ozan zijn er drie belangrijke ‘red flags’ die kunnen duiden op schijnzelfstandigheid:
- De opdrachtnemer werkt onder leiding en toezicht van de opdrachtgever.
- De opdrachtnemer is economisch afhankelijk van één opdrachtgever.
- De werkzaamheden zijn ingebed in de organisatie van de opdrachtgever.
Zijn praktische advies aan accountants: “Zorg dat klanten altijd een overeenkomst van opdracht opstellen die de werkelijke situatie weerspiegelt. En investeer als organisatie in een framework om arbeidsrelaties goed te beoordelen en vast te leggen.”
Wetgeving in beweging
Hoewel de wet op zichzelf niet wijzigt, is het afschaffen van het handhavingsmoratorium een gamechanger. Ozan wijst ook op de recente ontwikkelingen zoals het Deliveroo-arrest en wetsvoorstellen als de WVBAR, die meer duidelijkheid moeten scheppen over de beoordeling van arbeidsrelaties.
Zijn kernboodschap? “Zorg dat je compliant bent. De Belastingdienst zal waarschijnlijk vooral kijken naar het proces dat een organisatie heeft ingericht om schijnzelfstandigheid te voorkomen.”
Of zoals Ozan het mooi samenvat met een knipoog: “If it looks like a duck, swims like a duck, and quacks like a duck, then it probably is a duck.”